Cardiovasculaire Revalidatie

Factcheck: ‘Trainen met een lage hartslag is níét beter om af te vallen’

© Fred

 

Een ‘hardnekkige mythe’ over voedsel en beweging, zo lazen we onlangs in De Standaard, zegt dat er een ‘ideale inspanningsgraad’ is waarbij je vet verbrandt, namelijk bij ‘een lage intensiteit’.

‘Het is niet omdat je oefent binnen je vetverbrandingszone dat je meer gewicht verliest’, zo counterde professor revalidatiewetenschappen Dominique Hansen(UHasselt). ‘Het tegendeel is eigenlijk waar. Een lage intensiteit is níét beter om af te vallen. Googel maar eens: heel vaak zullen websites aanraden om te trainen met een lage hartslag. Je mag dat gewoon negeren.’

Maakt het dan niet uit? Hoezo?

‘Het idee leeft dat je van een halfuur lopen terwijl je nog kunt praten beter afvalt dan van een snelheidstraining’, zegt Hansen aan de telefoon. ‘Studies, meestal oudere, hebben al vaak laten zien dat je tijdens een laagintense inspanning eerder vetzuren verbrandt, terwijl je met een snelle sprint eerder suikers aanspreekt. Dat klopt, zowel bij mensen met obesitas als bij mensen zonder overgewicht.’

Wat er gebeurt in de eerste uren na de inspanning, is net zo belangrijk als wat er tijdens het sporten gebeurt. Dat is de clou van het verhaal

Dominique Hansen (UHasselt)

‘Recenter vergelijkend onderzoek, bij personen die langdurig laagintens of hoogintens hebben getraind maar daarbij exact hetzelfde aantal calorieën hebben verbruikt, resulteert evenwel voor beide groepen in exact hetzelfde gewichtsverlies’, zegt Hansen. ‘Dat komt door wat er gebeurt in de eerste uren ná de inspanning, tijdens de recuperatie. Wie hoogintensief traint, verbruikt tijdens het sporten vooral suikers, maar nadien blijkt de vetverbranding aan te slaan. Wat er gebeurt in de eerste uren na de inspanning, is net zo belangrijk als wat er tijdens het sporten gebeurt. Dat is de clou van het verhaal.’

Dat wordt bevestigd door drie Vlaamse inspanningsfysiologen.

Cruciaal in de eindafrekening is namelijk de energiebalans, de verhouding tussen energie-inname en energieverbruik.

‘In de praktijk is het calorieverbruik van pakweg langdurig wandelen gelijk aan dat van kortstondig lopen’, zegt Rudi Frankinouille (UZ Antwerpen). ‘Niet een lage of hoge hartslag bepaalt of je gewicht verliest, wel de vraag of je – na verloop van tijd gemeten – in totaal meer calorieën verbruikt dan je inneemt via voeding’, zegt hij.

Afvallen hoeft niet te betekenen dat je honger moet lijden, vult Romain Meeusen (VUB) aan. ‘Obees word je niet in twee weken, net zomin val je met diëten en sporten meteen vijf kilo af. Alles moet geleidelijk gebeuren, en pas na verloop van tijd – weken, maanden – worden geëvalueerd. Als je meteen na een inspanning minder weegt, komt dat overigens bijna uitsluitend door vochtverlies en zweten.’

Je moet doen wat bij je past, beklemtonen academici. ‘Hoewel Hansen volkomen gelijk heeft met z’n claim dat trainen met een lage hartslag níét beter is om af te vallen, is dat voor de meeste mensen die gewichtsverlies ambiëren in de praktijk toch de beste optie’, zegt Wim Derave (UGent). ‘Laagintensief trainen – met een boutade: wandelen – geeft ten eerste minder kans op blessures, waardoor je langetermijnplan minder snel gedwarsboomd wordt. Bovendien leidt het minder tot compensatie-eten. Na een halfuur intensief lopen voel je de neiging om te eten en meteen flink je suikers bij te laden. Die aandrang heb je veel minder na een laagintensieve inspanning.’

Meer info vind je op mysportscience.com.

CONCLUSIE

Omdat Hansens claim wetenschappelijk klopt, beoordeelt Knack hem als waar. Toch is trainen met een lage hartslag in de eindafrekening een betere strategie voor de doorsneerecreant die wil afvallen, zeggen experts.

Cardiovasculaire Revalidatie

OM 6 JAAR LANGER TE LEVEN : RIJD DE RONDE VAN FRANKRIJK!

Image result for DE RONDE VAN FRANKRIJK 2019AMSTERDAM 03/09 – Franse ronderenners (Ronde van Frankrijk) leven gemiddeld 6 jaar langer dan de gemiddelde bevolking en sterven minder vaak ten gevolge van cardiovasculaire problemen, zeiden onderzoekers. Dit kan helpen om de zorgen over het effect van extreme inspanningen op het hart te verminderen. Wij vroegen professor Heidbuchel om een reactie.

Dit onderzoek gaf ook een indicatie dat doping waarschijnlijk geen ernstige hartrisico inhoudt, zeker niet op korte termijn, aangezien elke belangrijke grote nevenwerking de resultaten zou scheeftrekken. Sinds de jaren 90 was het onwettig gebruik van bloedstimulerende middelen zoals EPO schering en inslag in het competitief wielrennen. De studie, die dinsdag werd voorgesteld op het ESC congres in Amsterdam, onderzocht alle 786 Franse deelnemers aan deze zware wielerwedstrijd tussen 1947 en 2012, en vond dat hun sterftecijfer 41% lager was dan voor alle Fransmannen tot september vorig jaar. Dr. Xavier Jouven van het Europese Georges Pompidou Ziekenhuis in Parijs, die de analyse leidde, zei dat de vermindering in mortaliteit “enorm” was. Dit resultaat suggereerde dat dokters assertiever zouden moeten opkomen voor zwaardere inspanningen. “We moeten mensen aanmoedigen om inspanningen te doen,” zei hij. “Als er een echt gevaar zou zijn om inspanningen te leveren op topniveau dan zouden we dat in deze studie moeten gezien hebben.” Renners in de Ronde van Frankrijk – wat vergeleken kan worden met het verschillende keren per week lopen van een marathon gedurende bijna 3 weken – hadden een 33% lager risico op sterfte aan hartaanvallen of beroertes dan de algemene bevolking. Inderdaad, ze vertoonden een lager sterftecijfer door allerlei oorzaken inclusief kanker, met slecht één uitzondering, namelijk traumatische verwondingen. Volgens Dr. Jouven is dat te wijten aan de hogere frequentie van ongevallen op de weg. Zorgen over inspanningen met hoge intensiteit zoals wielrennen en marathonlopen werden in het verleden gevoed door enkele kleine studies waarbij geavanceerde beeldtechnieken werden gebruikt die mogelijke hartafwijkingen suggereerden, zoals hartritmestoornissen. Dr. Alfred Bove van de Temple University Medical Center en vroeger voorzitter van  het American College of Cardiology, die niet betrokken was in deze studie, zei dat zulke gegevens van beeldtechnieken misleidend kunnen zijn. De lange-termijn analyse van deze wielrenners gaf een uniek inzicht dat overduidelijk de waarde van intensieve inspanningen aantoont, zei Dr. Bove. “De boodschap is duidelijk – zelfs het intensiteitsniveau van de Ronde van Frankrijk zal uw leven niet verkorten,” zei hij. In de studie werden geen aanpassingen gedaan naar het roken bij wielrenners, maar Dr. Bove zei dat dit “eigenlijk niet relevant” was. “Indien oefening en een verbintenis tot zo’n levensstijl ervoor zorgt dat men stopt met roken, dan is dat een bijkomend voordeel,” zei hij.  Prof Hein Heidbuchel (UZ Leuven) ziet dit toch enigszins anders en reageert: “Er zijn zeker gegevens beschikbaar die suggereren dat bij topsporters bepaalde wijzigingen optreden in het hart die kunnen leiden tot een plotse dood. Vandaar uiteraard de vraagstelling in deze studie: leven topsporters langer dan de gemiddelde bevolking? Alleen gaat men hier een beetje kort door de bocht door te stellen dat topsport niet ongezond is omdat deze atleten langer leven.” Volgens prof Heidbuchel zijn er een 4-tal effecten die in rekening moeten gebracht worden. “Ten eerste zijn renners die in staat zijn om deel te nemen aan de Ronde van Frankrijk waarschijnlijk van nature gezondere mensen met een langere levensverwachting. Ten tweede  kunnen ze door het fietsen rechtstreeks of onrechtstreeks hun gezondsheidstoestand verbeterd hebben, bijvoorbeeld door anders te gaan eten of te stoppen met roken wat ook kan geleid hebben tot positieve veranderingen zoals bloeddrukdaling bijvoorbeeld. Er zijn dus nog veel bijkomende factoren bovenop hun ‘natuurlijke selectie’ als topatleet. Ten derde mogen we ook het negatieve aspect van eventuele doping, wat jammer genoeg vaak gepaard gaat met topsport, op de levensverwachting niet uit het oog verliezen. En ten laatste mogen we niet vergeten dat er wel degelijk cardiale veranderingen kunnen optreden bij topsporters die leiden tot plotse dood,” zegt hij. Deze positieve en negatieve effecten moeten allemaal samen in rekening gebracht worden. “We kennen echter het relatief aandeel van elk van die effecten niet,” gaat de Leuvense cardioloog verder. “Op basis van deze studie kunnen we dus niet besluiten dat sport gezond is. Er zijn voldoende andere studies die dit echter wel aantonen.” Is topsport dan ook gezond? “De overlevingscurve in functie van sportintensiteit heeft eerder een U-vorm dan een J-vorm: bij een beetje sport stijgt de levensverwachting, om daarna af te vlakken bij een hogere intensiteit. De curve buigt daarna weer om bij te hoge intensiteit”, besluit prof Heidbuchel. De Franse wielrenners in deze studie namen deel aan 2,5  Ronde van Frankrijk en hun mediane leeftijd bij eerste deelname was 25 jaar.