PARIJS 03/07 – Lage gewone lumbalgie is een veel voorkomende ziekte. Nochtans is de anatomische structuur die aan de basis ligt van de pijn ongekend. Daarenboven hebben mensen die lijden aan lage gewone lumbalgie in een derde van de gevallen een regionair pijnsyndroom aan het supero-interne deel van de billen ter hoogte van de darmbeenkam (iliac crest pain, ICS), zonder eenduidige oorzaak. Voor zover het merendeel van de auteurs zeggen dat het gaat om een ziekte van de weke weefsels, bestaan er toch weinig echografische gegevens over deze pathologie. Aangezien aanhechtingspijnen vaak de hoeksteen vormen van musculoskeletale aandoeningen hebben de auteurs van deze Bulgaarse studie ervoor gekozen om de caudale aanhechtingen van spieren van de wervelkolom (erector spinae) na te kijken met echografie bij patiënten met gelateraliseerde lumbalgie zonder specifieke oorsprong bij een klinisch onderzoek of bij conventionele radiografie en met ICS. Het is inderdaad geweten dat echografie een zeer goed onderzoeksmiddel is voor aandoeningen van de weke weefsels. Vijftien patiënten werden geëvalueerd (5 mannen en 10 vrouwen). De niet-pijnlijke zijde van de patiënten (15 enthesen) en de 2 zijden van 15 controlepersonen die geen pijn vertoonden (30 enthesen), gekoppeld per geslacht, grootte, gewicht en leeftijd deden dienst als controle. Longitudinale en transversale doorsneden van de caudale enthesen van de spinale spieren werden gemaakt voor alle personen met echografie. Hieruit bleek dat de pijnlijke entheses veel dikker waren dan de controlaterale enthesen bij dezelfde persoon (7,38 versus 5,74 mm bij mannen en 7,34 mm vs 5,14 mm bij de vrouwen) en dan de enthesen van de controlepersonen (mannen: 5,85 mm, vrouwen: 5,16 mm). Bovendien kwamen andere echografische tekenen van enthesopathie frequenter voor op de plaatsen met symptomen. Zo was er een hypoechogeniciteit van de pijnlijke enthesen bij 4 op 5 mannen en bij 9 op 10 vrouwen terwijl de niet-pijnlijke controlaterale zijde deze karakteristieken niet vertoonde bij alle mannen en bij 9 van de 10 vrouwen. Zo ook bij de controlepersonen, waar dit enkel voorkwam bij 1 op de 10 enthesen bij de mannen en bij 2 op 20 enthesen bij de vrouwen. Daarenboven werden calcificaties waargenomen ter hoogte van de pijnlijke enthese bij 1 op 5 mannen en bij 2 op 10 vrouwen, terwijl geen enkele calcificatie werd aangetoond bij de niet-pijnlijke controlaterale enthesen of bij de enthesen van de controlepersonen. Tenslotte werden ook corticale onregelmatigheden vastgesteld in het darmbeen bij 3 pijnlijke enthesen op 5 mannen en bij 8 pijnlijke enthesen op 10 vrouwen wat maar zelden voorkwam bij de controlaterale en controle enthesen. De auteurs besluiten dat gewone lumbalgie met ICS mogelijk veroorzaakt wordt door aanhechtingspijn. Bijkomende studies zijn nodig om deze originele hypothese na te gaan.