NEW YORK 02/07 – De nieuwe guidelines voor de behandeling en de preventie van enkelverstuikingen bij atleten adviseren, onder andere, het gebruik van niet-steroïdale anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAIDs) snel na het trauma, functionele revalidatie eerder dan immobilisatie voor graad I en II verstuikingen, en profylactische enkelondersteuning voor atleten met een voorgeschiedenis van enkelverstuikingen. Dit advies – ondersteund door bewijzen van niveau A of B – staat vermeld in de guidelines die gepubliceerd werden door The National Athletic Trainer’s Association op haar jaarvergadering op 27 juni in Las Vegas. Het guideline panel zet artsen ertoe aan om de hoog gequoteerde guidelines toe te passen in de praktijk. Om letsels te voorkomen, zouden atleten, in het bijzonder deze met hoger risico, om de 3 maanden of langer een evenwichts- en neuromusculaire controle moeten ondergaan – d.i. een andere aanbeveling met bewijsniveau A. Evenwichtstraining, waarbij de atleet bijvoorbeeld op één voet steunt, op zacht schuim staat of op één voet op een trampoline springt, vermindert latere letsels – d.i. een aanbeveling met bewijsniveau A. Andere aanbevelingen met bewijsniveau A of B zijn onder meer:
– Speciale testen zoals de voorste schuifladetest en de inversietest hebben grotere diagnostische accuraatheid 5 dagen na het letsel dan 2 dagen na het letsel (Bewijsniveau B).
– De Ottawa Ankle Rules (OARs) zijn nuttig voor het bepalen van de behoefte aan x-stralen (Bewijsniveau A).
– Magnetische resonantiebeeldvorming (MRI) detecteert op betrouwbare wijze acute scheuren in het ligamentum talofibulare anterius en het ligamentum calcaneofibulare (Bewijsniveau B). Vergeleken met MRI, is diagnostische ultrasound nuttig maar minder accuraat en gevoelig (Bewijsniveau B).
– Artrografie en tenografie zijn ook minder accuraat dan MRI en CT, in het bijzonder indien uitgevoerd 48 uur na een lateraal ligamentair letsel (Bewijsniveau B).
– Na een acuut trauma is MRI zeer gevoelig, specifiek en accuraat om de graad van verwonding aan de syndesmotische ligamenten van de enkel te bepalen (Bewijsniveau B).
-Graad III verstuikingen moeten gedurende minstens 10 dagen geïmmobiliseerd worden met een rigide brace of onderbeen-enkel gips en daarna moet gestart worden met gecontroleerde therapeutische oefeningen (Bewijsniveau B).
– De revalidatie moet onder andere bestaan uit het vergroten van het bewegingsbereik, flexibiliteit en versterking van de omringende spieren (Bewijsniveau B).
– Tijdens de revalidatie en de follow-up van enkelverstuikingen is evenwichtstraining noodzakelijk om recidieven te verminderen (Bewijsniveau A).
– Voordat de patiënt opnieuw mag sporten, moet de functionele performantie van het gekwetste lidmaat minstens 80% van het niet-gekwetste lidmaat bedragen (Bewijsniveau B).
“Dit is de meest uitgebreide verzameling van bewijzen die tot nu toe beschikbaar is,” verklaarde Dr. Phillip Gribble, directeur van het Athletic Training Research Laboratory aan de University of Toledo in Ohio, telefonisch aan Reuters Health. “Deze paper biedt artsen enkele solide richtlijnen over de aanpak van het letsel dat momenteel het vaakst wordt gezien in alle sporten. Enkelletsels komen veel meer voor en zijn een veel grotere last voor de gezondheidszorg dan mensen denken,” aldus Dr. Gribble. Hij was niet betrokken bij het opstellen van de guidelines, maar hij zat de sessie voor op de NATA conferentie waarin de guidelines werden voorgesteld. De hoge frequentie van enkelverstuikingen en de vooruitgang in de behandeling tijdens de laatste 20 jaar waren de aanleiding voor deze guidelines, verklaarde Dr. Thomas Kaminski, directeur van de dienst atleettraining aan de University of Delaware in Newark, Delaware, die de guidelines taskforce leidde. “Het is verbazingwekkend hoeveel beter we nu zijn in de behandeling, vooral in de preventie,” aldus Dr. Kaminski.